![]() |
| bron: gevonden op internet |
Micks Babbelbox!
1 december 2025
Time flies…. Oftewel, happy T-day to me!
10 oktober 2025
De taken van ouders... oftewel verwend of verwaarloosd?
Op het moment dat je als onzeker kind op de bank zit en naar een kennis quiz kijkt met je ouders en iedere keer als een deelnemer iets niet weet of het antwoord fout heeft, de deelnemer belachelijk wordt gemaakt en er steeds opnieuw geroepen wordt ‘Jezus, dat je dát niet weet! Hoe dom ben je dan?’ (Terwijl jij het antwoord ook niet wist), dan maak je de kans dat je kind met een vraag over iets dat het niet weet naar je toe zal komen, steeds kleiner. Want, tja, blijkbaar ben je dom als je dingen niet weet en blijkbaar is dat heel erg, dom zijn…
Als je dat je hele leven in allerlei vormen hoort, dan zit er al gauw in je systeem dat je niet ‘dom’ mag zijn en dat je ‘eigenlijk alles moet weten’.
Dus als ik de stelling van Pythagoras moest leren, dan kon ik best wel opdreunen dat A² + B² = C² was, maar ik wilde weten, waaróm dat zo was, wat het precies betekende?
De taken van ouders zijn primair gericht op de verzorging, opvoeding, en het ondersteunen van de ontwikkeling van hun kind tot een zelfstandige volwassene. Dit omvat het bieden van een veilige, liefdevolle en gestructureerde omgeving, het voorzien in levensbehoeften zoals eten en onderdak, en het overdragen van kennis en waarden. Ouders zijn hierin wettelijk verantwoordelijk en moeten altijd het belang van het kind vooropstellen, waarbij ze rekening houden met de leeftijd en ontwikkeling van het kind. (bron: Kinderrechten.nl)
Dan kan ik eigenlijk alleen maar concluderen, dat mijn ouders maar aan erg weinig punten van deze omschrijving voldaan hebben. Ja, ik had een dak boven m’n hoofd en meestal had ik eten. Ik had veel spullen, maar de rest uit die omschrijving? Nee, dat was er niet en dat had ik veel liever gehad dan al die spullen bij elkaar.
![]() |
| bron: plaatje in een artikel in NRC Handelsblad |
26 september 2025
Moe, Moeier, Moeist……oftewel ik weet het even niet meer.
Het is weer eens zover… ik heb weer een dag waarop ik m’n ene voet nauwelijks voor de andere krijg. Nu heb ik dat wel vaker, zeker de laatste anderhalf jaar, maar vandaag is dat niet zo handig aangezien ik in Amsterdam ben en ook nog veilig in Zuid-Limburg aan dien te komen. En tussen die twee punten zit dan ook nog een hele dag vol ziekenhuisafspraken waarbij het de bedoeling is dat ik opsla wat mensen tegen me zeggen, intelligente en minder intelligente vragen hoor te stellen, kortom: aanwezig en alert hoor te zijn. En eerlijk is eerlijk, ik voel aan alle kanten dat me dat vandaag niet gaat lukken, maar ik heb niet heel veel keuze, het moet.
Omdat ik weet dat zo’n hele dag ziekenhuisafspraken in combinatie met de afstand en dus het reizen er altijd best wel inhakt, vroeg ik een kamer aan in het (naast het ziekenhuis gelegen) gastenverblijf. Op die manier hoef ik op de dag zelf niet al ‘midden in de nacht’ weg om op tijd op mijn afspraken te verschijnen en kan ik de in theorie uitgerust aan m’n dag beginnen. Het gastenverblijf is een geweldig initiatief!
Maar het gastenverblijf heeft niet altijd een kamer en deze keer leek het erop dat het niet zou gaan lukken. En als mijn hoofd daar dan stiekem wel op gerekend had en het dan toch anders blijkt te gaan, dan levert dat extra stress op. Ik was dan ook dol gelukkig toen ik gisteren alsnog een bericht kreeg dat ik onverwacht toch kon komen. Dus vol goede moed vertrok ik met de trein naar Amsterdam.
Alles zat mee, de bus kwam op tijd, de NS reed helemaal op tijd, ik haalde elke aansluiting en bij aankomst was het vroeger dan ik dacht en ook nog eens hartstikke mooi weer in Amsterdam en had ik tijd om dát te gaan doen, wat al heel lang op mijn lijstje stond: wandelen in het Amsterdamse Bos. Vol energie vertrok ik en koos een wandeling uit, maar al vrij snel was ik door m’n energie heen en halveerde ik m’n wandeling. Het was nog steeds lekker en prachtig hoor, maar ik baalde wel dat ik niet dát kon doen wat ik gewild had, gewoon omdat mijn lijf het niet toe laat. Iets wat de laatste tijd weer steeds vaker gebeurt. En dus keerde ik enigszins verdrietig terug naar het Gastenverblijf.
Het slapen was ook geen succes. Of ik nu thuis in mn bed lig of elders, het maakt niet uit, slapen lukt niet. En dus begin ik vandaag alsnog doodop aan m’n dag.
En ik merk dat ik een beetje bang begin te worden. Is dit vermoeidheid door de medische klachten waar maar geen oorzaak voor gevonden kan worden die de klachten écht kunnen verklaren? Of komt die verrekte vermoeidheid tóch gewoon weer door de vallende blaadjes en steekt de herfst/winterdepressie ongemerkt stiekem toch weer zijn lelijke kop op? Ik weet het niet, maar ik word er echt verdrietig van.
Iedere keer als ik m’n moed bij elkaar raap en tegen mn hulpverleners durf te beginnen over het niet slapen, of me niet goed voelen, krijg ik steeds opnieuw dezelfde, goedbedoelde, maar voor mij onmogelijke vraag: wat moet er gebeuren, wat kunnen we daaraan doen?
En die vraag is natuurlijk prachtig, je geeft me de ruimte om te putten uit mijn eigen ervaringen want ik ken mezelf immers het beste. Maar guess what? Als ik wist wat er gedaan kon/moest worden om dit te voorkomen of verhelpen, dan had ik het inmiddels al lang gedaan, denk je niet?
Ik weet even niet wat er moet gebeuren, wat helpt, en ik ben ook gewoon té moe om het te bedenken. En ik weet wel dat mn hulpverleners ook niet kunnen toveren enzo, maar als ik dan eindelijk de moed heb om het te zeggen en ik krijg dan te horen ‘dat is rot voor je’ en ze gaan vervolgens naar huis om weekend te vieren…. Tja, waarom zou ik het dan nog zeggen? Dan bespaar ik mezelf liever die teleurstelling, want in mijn oren klinkt dat toch een beetje als ‘zoek het zelf maar uit’.
Ik vind het moeilijk om het tegen mn hulpverlening te zeggen. Om de reden die ik hierboven schrijf, maar ook omdat ik me schaam of zo. Als het namelijk inderdaad door de herfst/winterdepressie komt, dan is het de zóveelste keer dat het me overvalt. En hoe dom kun je dan zijn? Als je weet dat het gaat komen, gewoon omdat het ieder jaar opnieuw gebeurt, en dat je er dan toch gewoon wéér ingetrapt bent?
Toen ik met de testosteron begon, is mijn leven veranderd. Sindsdien gaat het echt veel beter met me en mijn ‘slechte’ periodes zijn al lang zo ‘slecht’ niet meer. Maar mijn huidige hulpverleners hebben geen vergelijkingsmateriaal: ze zijn namelijk allemaal bij mij begonnen nadat ik met de testosteron begonnen ben. Zij kennen dus alleen de ‘slechte’ periodes van nu. En de laatste anderhalf jaar (sinds mijn ijzergebrek opspeelt) voelt het soms alsof ik alleen maar slechte periodes heb, alsof ik niet de vrolijke, blije Mick geweest ben, die ik zeer zeker óók kan zijn. Het voelt soms alsof het alleen maar ‘slecht’ gaat, terwijl slecht al zoveel beter is dan het ooit was! Terwijl het eigenlijk goed en slecht tegelijk gaat (maar hoe leg je dat in vredesnaam uit?)
En dus vind ik het rot om het tegen ze te zeggen, gewoon omdat ik bang ben dat ze me maar een negatieve zeikerd vinden, met wie het altijd alleen maar slecht gaat, die alleen maar kan klagen. En dat terwijl ik ook zeker echt wel geniet van hele kleine (en grotere dingen).
En dus trek ik me terug, hou m’n mond er maar over, ga minder de deur uit, ga m’n afspraken afzeggen, ook met hen. Een soort van onbewust ‘als ik het dan toch zelf op moet lossen, dan zoek ik het ook wel zelf uit en doe ik het wel alleen’.
Want misschien ligt het aan mij, maar ik voel me het liefst ellendig in m’n eentje.
Terwijl ik eigenlijk juist zó hard hulp zou willen hebben.
20 september 2025
Wereld Suïcide Preventie Week en Euthanasie op grond van ondraaglijk, uitzichtloos psychisch lijden.... oftewel het trieste verhaal van Sander
Dit is een blog die ik al heel lang wilde schrijven, maar ik vond het best wel ingewikkeld om er woorden voor te vinden. Dit is geen autobiografisch stuk (voor ik lief bedoelde, maar onnodige zorgelijke reacties krijg), maar wel op waarheid gebaseerd. Het onderwerp ligt nogal gevoelig, dus als je moeite hebt met suïcide en/of euthanasie: klik dan maar weg, om jezelf te beschermen, ik zal het je niet kwalijk nemen.
Van 8 t/m 14 september 2025 was het Wereld Suïcide Preventie Week. Dus eigenlijk komt deze blog als mosterd na de maaltijd. En tegelijkertijd denk ik dat het altijd, het hele jaar door Suïcide Preventie week zou moeten zijn, dus deze blog komt ook gewoon precies op tijd.
-----------
Ik zit al heel lang in het psychiatrisch systeem. Ik kwam er terecht rond mijn 15e en ik loop er al 35 jaar rond. In al die jaren heb ik veel en vaak met de dood geworsteld. Ik zei vaak dat ik dood wilde, meende dat ook, maar ik was niet zozeer suïcidaal, ik was levensmoe en dat was (en is) wat mij betreft een groot verschil. Ik schreef daar destijds al eens een blog over.
Tijdens die jaren in het systeem kwam ik vele vrienden tegen die ook met de dood worstelden en helaas heb ik best veel van hen aan die worsteling verloren. Dit verhaal gaat over een van mijn vrienden, die ik voor het gemak de naam Sander ga geven.*
Sander kwam al heel jong, voordat hij volwassen was, in het psychiatrisch systeem terecht. Hij kreeg destijds de diagnose Borderline Persoonlijkheidsstoornis. Sander ging kliniek in, kliniek uit en werd uiteindelijk voor lange tijd (lees: jaren) opgenomen. Niet één keer, maar meerdere keren.
Sander riep al heel vroeg dat hij dood wilde en hij deed ook aardig zijn best om dat voor elkaar te krijgen. De opnames die hij had, konden hem daar niet van weerhouden en hij bleef het roepen.
Er werd tijdens die opnames, maar ook als hij niet opgenomen was, niet zoveel met hem gedaan. Een behandeling kreeg hij niet: mensen met Borderline waren immers niet te behandelen. Een persoonlijkheidsstoornis ging nooit meer over en het hoogst haalbare was blijkbaar 'ermee leren leven'. Dat is wat Sander keer op keer te horen kreeg. Geen behandeling, want dat zou de boel alleen maar erger maken, leer er maar mee te leven. En dat deed Sander.
Hij probeerde ermee te leren leven. Niemand vertelde hem hoe, dat moest hij zelf maar uitvogelen, wel kreeg hij stapels pillen om hem rustig te houden. Dat hielp verder niks, behalve dan het aanleggen van voorraden om weer een nieuwe poging te doen om zich van het leven te beroven. En ook jaren na de opnames, als ambulante patiënt, zoals dat dan zo mooi heet, kreeg hij geen behandeling, het antwoord bleef steevast: leer er maar mee leven.
Sander werd ouder en ouder. Het leven werd niet leuker, werd niet makkelijker en het 'ermee leren leven' viel hem zwaar. Sterker nog: hoe ouder hij werd, hoe meer hij tot de conclusie kwam, dat het hem niet lukte. Hij was inmiddels, 10, 20, 30 jaar verder en zijn wens was nog steeds hetzelfde: ik wil niet meer, ik kan niet meer, ik wil dood.
Er is in al die jaren voor patiënten echt nog niet zo heel veel veranderd in hulpverleningsland (sorry hulpverleners die denken en vinden dat dat wél zo is), maar er is wél een wetgeving gekomen omtrent euthanasie bij ondraaglijk psychisch lijden. Dus waar dat eerst alleen mogelijk was in gevallen van ondraaglijk medisch/lichamelijk lijden, werd dit nu ook mogelijk voor ondraaglijk psychisch lijden.
Uiteraard (en ook volledig terecht) gaat hier een uitgebreide en zorgvuldige selectie aan vooraf en moet de arts die de euthanasie geeft aan verschillende wettelijke criteria voldoen.
"Wat zijn de wettelijke criteria waaraan een arts moet voldoen?
De wet stelt dat de arts die u euthanasie geeft tot de overtuiging moet zijn gekomen dat u ondraaglijk en uitzichtloos lijdt, dat behandeling geen zin meer heeft en dat er geen redelijke alternatieven meer zijn. De arts moet daarnaast zeker weten dat het uw verzoek is (en dus niet van familie bijvoorbeeld), dat het verzoek duurzaam is (dus niet in een opwelling gedaan) en dat u goed begrijpt wat de consequentie is van wat u vraagt. U moet wilsbekwaam zijn of een duidelijke wilsverklaring hebben. Ook in het geval van een wilsverklaring moet u voldoen aan alle wettelijke eisen." (bron: expertise centrum euthanasie Nederland)En ik vind het terecht dat men hier heel streng en zorgvuldig mee omgaat, maar ik ga even terug naar Sander. Hij heeft inmiddels meer dan de helft van zijn leven er wel op zitten (tenzij hij echt de alleroudste mens ter wereld gaat worden en dat wens ik hem niet toe, al klinkt dat wat onvriendelijk, maar gezien zijn wens...) en hij wil nog steeds dood. Hij vindt het nu echt genoeg geweest, heeft zijn best gedaan om ermee te leren leven, dat is hem nog steeds niet gelukt en dus meldde hij zich opnieuw bij zijn psychiater.
Sander zit vanaf zijn vroege pubertijd in de psychiatrie en heeft NOG NOOIT een behandeling aangeboden gekregen voor zijn klachten, ook niet als hij erom vroeg. Hij heeft één keer een soort van EMDR (trauma therapie) gehad, die heel kort een klein beetje hielp, maar niet blijvend, maar voor de rest heeft hij zijn hele leven te horen gekregen dat behandeling geen zin had en dat hij ermee moest leren leven. Oók toen er wel behandelingen bedacht werden voor mensen met Borderline. Ook toen kreeg hij te horen dat het geen zin meer had en hij er maar mee moest leren leven.
Dus.... Een heel lang verhaal een klein beetje ingekort: Sander kreeg te horen dat hij "nog nooit iets van behandeling geprobeerd had" en moet nu dus allerlei behandelingen gaan doen, die hem altijd ontzegd zijn door behandelaren en artsen zelf (niet zijn huidige arts overigens), voor zijn verzoek ook maar in behandeling genomen gaat worden.
* Sander bestaat echt, maar het is uiteraard niet zijn echte naam.
![]() |
| foto: zelf gemaakt van het beeld 'Stille Strijd' |
13 augustus 2025
Een jaar verder….. oftewel een verhaal over gelukkig zijn.
12 augustus 2025
Zwemverbod.... oftewel een verhaal over onrecht, moed en kracht!
![]() |
| foto: bron |
24 mei 2025
“Vuile pedo!” …… Oftewel iets over ongeschreven regels voor mannen….
Afgelopen week was ik op vakantie. Daar was ik ook echt wel aan toe, want mijn brein heeft de afgelopen tijd nogal wat overuren gedraaid. In mijn vorige blog schreef ik al over ‘het deel’ in mij (De Heks) dat het voorzien heeft op mijn jongste twee stemmen en ik kan je verzekeren dat het dealen daarmee nogal vermoeiend was (en is). En dus was ik toe aan een korte break en ging ik een midweek naar het noorden van het land. Het is natuurlijk niet zo dat ik mijn stemmen of problemen dan thuis achterlaat, die gaan ook met me mee. Zoals men wel eens zegt: verandering van spijs, doet eten…. Dat geldt meestal ook voor mijn hoofd: een andere omgeving wil nog wel eens wat rust geven.
Ook op vakantie is het verstandig om overleg te hebben met mijn hoofdbewoners over wat we allemaal gaan doen. Wat zou iedereen willen doen, willen zien, of vooral ook NIET willen doen en zien. Overleggen, luisteren en compromissen sluiten. En het is soms nog wel eens een puzzel om in al deze wensen een balans te kunnen vinden.
Ik was al eens eerder in de omgeving waar ik heen ging en toen had ik een leuk uitje gezien, waar vooral Jongste Stemmetje het erg naar haar zin zou hebben, namelijk een heus Kabouterpark! Maar tot haar grote verdriet was dat beperkt open en niet op de dagen dat wij toen daar waren. Dus één uitje stond voor deze week al vast: een bezoekje aan dit Kabouterpark.
Als je hier al wat langer mee leest dan is het geen nieuws dat ik naast het feit dat ik stemmen hoor, ook trans ben. Sinds twee jaar staat er een M op mijn paspoort en ga ik dan ook ‘als man’ door het leven, maar ik voel me vooral gewoon Mick.
Misschien vraag je je af waarom deze info belangrijk is om te vermelden. Dat ga ik proberen uit te leggen in dit blogje, want sinds die M op mijn paspoort staat en mensen me ook meer en meer waarnemen als man, loop ik tegen een aantal (in mijn ogen) rare dingen en situaties aan. Misschien dat het voorbeeld in dit blog dat een beetje duidelijk kan maken.
Een bezoekje aan het Kabouterpark dus… En je mag best weten dat ik daar nogal tegenop zag. Wat heeft een volwassene zonder kinderen in zijn eentje nou in een (duidelijk voor kinderen bedoeld) Kabouterpark te maken? Dat roept blijkbaar op zich al vraagtekens op, nog los van geslacht. Maar als je als volwassen man in je eentje zonder kinderen naar zo’n plek gaat…. Dat is blijkbaar weer een geheel ander level van vraagtekens…
Maar goed, ik overwon mijn angst, kocht een kaartje en ging het park in. Naast Kabouters hebben ze er ook diverse dieren en één daarvan is mijn meest favoriete vogel op aarde: de Kookaburra! Hij wordt ook wel de lachende Kookaburra genoemd, omdat hij een geluid maakt dat op lachen lijkt. En (bijna) niks op aarde maakt mij blijer dan dat geluid. Nu weet ik dat ik dat geluid een beetje kan uitlokken, door het geluid van een andere Kookaburra te laten horen, dus zocht ik een YouTube filmpje op, en speelde dat heel zacht in de buurt van de kooi af en binnen een paar seconden kwam er inderdaad een reactie van het dier: hij begon te ‘lachen’.
Tussen de ingang en deze kooi liep ik tegen een pril gezin aan: Papa, hoogzwangere Mama en een Kleuter die voor geen meter luisterde en in die paar meters al verscheidene keren tot de orde geroepen was (lees: als je nu niet luistert gaan we naar huis…. En dat dus 20 keer).
De Mama sprak me bij de kooi vermanend toe: “je weet dat dat beest dadelijk compleet uit zijn plaat gaat hè?” Ik had niet helemaal door wat ze precies bedoelde, ik dacht dat ze bedoelde dat het beest herrie zou gaan maken, dus ik zei: “ja, dat weet ik.” En ik ging door met wat ik aan het doen was. Mama werd woedend. Ik was het beest opzettelijk aan het uitlokken en het was broedtijd en paartijd en ik was hem opzettelijk de stress in aan het jagen. Ik was asociaal en het was sowieso raar dat een volwassen man in zijn eentje zonder kinderen naar een Kabouterpark kwam, wat was ik wel niet voor een viezerik. En op dat moment riep ze haar man erbij. *
Man komt aanlopen, vrouw herhaalt haar tirade en manlief zegt tegen me: “zie je niet dat mijn vrouw zwanger is, je moet haar met rust laten, je geeft haar onnodige stress, jij vuile pedo!” En zo ging het nog even door. Ik bedacht van alles wat ik terug had kunnen zeggen, maar dat deed ik voor de zekerheid maar niet, want hé, (de meeste) mannen leren alleen dat ze vrouwen (en niet zozeer 'hun medemens') niet mogen slaan, en klaarblijkelijk viel ik niet in de categorie 'vrouw' voor deze personen (wat op zich een compliment is, dank je wel). Dus hield ik m’n mond maar dicht en keek langs hun heen naar hun Kleuter. Papa en Mama waren zo druk bezig met boos zijn op mij, dat ze niet zagen dat hij bezig was over het hekje naar de vijver te klimmen.
Nu konden Papa en Mama me niet zoveel schelen, maar kleuterlief….die kon hier niks aan doen en dus deed ik m’n mond open en zei: “Als ik jullie was, zou ik je omdraaien en je bezighouden met jullie eigen Kleuter in plaats van met mij, want hij stapt nu het hekje van de vijver over.” Op dat moment draaiden ze zich allebei om, sprong papa over de omheining om zijn Kleuter te grijpen en Mama stond te gillen als een speenvarken, wat ik een prachtig moment vond om een ander steegje in te slaan, weg van deze ouders. Ik had niet de illusie dat ik ze dan niet meer tegen zou komen, zo groot was het park niet, maar misschien kregen ze zo de kans om wat af te koelen.
Hier gebeurde dus precies datgene waar ik bang voor ben tegenwoordig: een volwassen man die zich zonder kinderen in een ‘kinderomgeving’ beweegt, is per definitie ‘verdacht’ en in dit geval onmiddellijk ‘een pedo’. En dat maakt me best boos en verdrietig en ook een beetje in de war.
Toen ik nog niet in transitie was en als vrouw gezien werd, was er nooit een probleem als ik oogcontact zocht met een kindje, een knipoog gaf of een opmerking maakte. Moeders lachten dan vriendelijk en vaak trots terug, begonnen een praatje, of werden in ieder geval niet kwaad. Maar nu ik dus als man gezien word, weet ik niet meer hoe ik me soms moet gedragen in de buurt van (onder andere) kinderen.
Het gedrag wat ik hierboven beschrijf (oogcontact, een knipoog, een gesprekje of opmerking naar een klein kind maken), zit in mij als persoon. Ik ben dol op kinderen (van een ander), ik vind het grappig om ze aan het lachen te maken, of om op ze te reageren als ze contact zoeken. En dat was nooit een probleem! Maar als ik dat, als man, nu nog steeds doe, gewoon omdat dat nu eenmaal in me zit, bega ik zo ongeveer een doodzonde!
Er is niks aan mij als persoon veranderd, ik ben nog steeds ik. Mijn karakter is nog steeds hetzelfde en ook mijn intenties zijn echt niet veranderd! Het enige dat er veranderd is, is dat er een andere letter op/in mijn paspoort staat, dat mijn lijf in een iets ander jasje zit en dat ik véél gelukkiger in mijn hoofd, lijf en vel zit.
Al die ongeschreven wetten over hoe een man en/of een vrouw zich behoort te gedragen, die heb ik nooit zo goed begrepen. Misschien omdat ik zelf niet zoveel met die labels kan. Maar ik vind het ook niet eerlijk! Waarom zou een vrouw per definitie ongevaarlijk zijn richting kinderen en wordt een man in de buurt van kinderen altijd/vaak met argwaan bekeken?
Waarom komt er in een buurtapp vaker een berichtje langs over een man in zijn eentje op het bankje in de speeltuin, die naar de kinderen zit te kijken, vaak compleet met signalement (‘dus pas maar op!’), maar nooit van een vrouw die in haar eentje hetzelfde zit te doen als die man? Waarom is dat? Dat is toch eigenlijk raar?
Misschien ben ik de enige die dat raar vind, dat kan. Als ik het hierover heb met vrienden, of m’n hulpverleners, dan krijg ik vaak de vraag ‘is dat ook écht zo, of is dat hoe jij het ervaart?’. Een vraag waaruit eigenlijk al blijkt wat men denkt: ik haal het in mijn hoofd. Maar dat IS niet zo!
De wereld hééft ongeschreven wetten over wat mannen en vrouwen wel of niet mogen of hoe ze zich dienen te gedragen. Misschien ga je dat pas ervaren, als je je, zoals ik, aan de andere kant gaat bevinden en je aan de andere kant van die regeltjes je weg moet gaan zoeken en afgerekend wordt op de foutjes die je in die zoektocht maakt. Ik weet het niet. Ik weet wel dat dit niet het enige voorbeeld is dat ik kan geven, er zijn er heel veel.
Ik begrijp die ongeschreven regels niet zo goed. Dat deed ik als kind al niet en ook al niet toen ik als vrouw door het leven ging en dat doe ik nu als man nog steeds niet. Het enige dat ik weet, is dat ik op dit moment niet goed meer weet hoe ik me soms moet gedragen. En daar word ik verdrietig en onzeker van.
![]() |
| foto: website bol. com |
* En misschien had Mama wel gelijk en was het heel onhandig/dom van mij om dit te doen, dat kan. Daar mag ze me ook best op aanspreken, maar dan wel graag op een normale manier. Dat maakt mijn (en ik denk een ieders) vermogen en wil om te luisteren een stuk groter.






